Op de snelweg heb je geen tijd voor twijfel
Vertrouwen in elkaar
Het geheim van een goed lopend project? Mensen die op elkaar kunnen bouwen. ‘We hebben hier echt de juiste mensen op de juiste plek,’ zegt Wouter. ‘Iedereen kent elkaar, iedereen weet wat ‘ie aan de ander heeft. Dat maakt het verschil.’ En ervaring telt, benadrukt Cees. ‘Je moet mensen hebben die eerder zulke projecten hebben meegemaakt. Die weten wat het betekent om onder tijdsdruk te presteren en toch het hoofd koel te houden.’ Die druk is continu voelbaar, zeker op de snelweg. ‘Veel ogen kijken mee, van opdrachtgevers tot weggebruikers,’ vertelt Wouter. ‘Er gebeurt van alles binnen en buiten het werkvak. Sommige weggebruikers negeren de borden en passeren de afzetting, soms per ongeluk, soms bewust. Dan is het zaak om scherp te blijven en snel te handelen.’ Cees vat het mooi samen: ‘Op de snelweg heb je geen tijd voor twijfel. Je moet pieken aankunnen, maar ook de rust bewaren als het even stilvalt. Dáár zit het vakmanschap.’
Veiligheid boven alles
De samenwerking met Rijkswaterstaat loopt op rolletjes. ‘We hebben elke week overleg en regelmatig voortgangsgesprekken,’ vertelt Wouter. ‘Ze komen ook buiten kijken, dus we kunnen echt laten zien wat we doen.’ Cees ziet die betrokkenheid als een voordeel: ‘Ze vragen ons hoe dingen beter kunnen, bijvoorbeeld bij verkeersafzettingen. Dat maakt het een leerproces van twee kanten. We houden elkaar scherp en daar wordt het werk beter van.’ Veiligheid is daarbij een gedeelde verantwoordelijkheid en een punt van constante groei. Elke werkdag begint met een kop koffie en het doornemen van het werk. ‘Dan bespreken we de risico’s en leren we van eventuele incidenten op andere projecten,’ legt Cees uit. ‘Voel je je ergens niet veilig bij? Dan spreek je dat meteen uit. Dat is hier de norm.’ Wouter vult aan: ‘We hebben een integraal veiligheidsplan dat door Rijkswaterstaat wordt goedgekeurd, maar uiteindelijk moet het gewoon buiten gebeuren. Daar moet het veilig zijn, voor iedereen.’
Groot werk, grote waarde
Waar de één blij wordt van een dorpsrotonde, gaan de ogen van Cees en Wouter juist glimmen van grootschalige snelwegprojecten. ‘Mijn hart ligt echt bij dit soort werk,’ zegt Wouter. ‘Veel mensen, veel materieel, strakke deadlines. Het is gewoon topsport.’ Cees knikt: ‘Ik heb onlangs een gemeentelijk project gedaan, ook heel leuk, maar de dynamiek, het tempo en de samenwerking van grote werken trekken me toch telkens terug.’ Die liefde voor groot werk sluit naadloos aan bij de ambitie van KWS: weer vaker op de snelweg actief zijn. ‘Vanuit de organisatie is er bewust voor gekozen om meer zichtbaar te zijn op landelijke projecten,’ vertelt Wouter. ‘En voor onze vestiging Zwolle-Leek betekent dat ook meer continuïteit voor mensen en materieel.’ Cees vult aan: ‘Als je elk jaar een paar van dit soort klussen hebt, kun je vooruit plannen én je mensen behouden. Die gasten willen ook gewoon mooi werk doen.’
Van plan tot praktijk
Niet alleen tijdens de uitvoering zijn die eerste uren zo belangrijk, de voorbereiding van het gehele project is volgens Wouter minstens zo belangrijk als de uitvoering. ‘De tender is waar het allemaal begint. Het is niet alleen papierwerk. Daar wordt al nagedacht over hoe we het gaan aanpakken. Met welke mensen, welke machines en over de planning. Dat doen we echt samen.’ Ook Cees is regelmatig betrokken bij de tenderfase van verschillende projecten. ‘Ze vragen me dan: waar kunnen we slim versnellen? Welke ideeën heb je? Wat kan er beter dan normaal? Die praktische blik is goud waard in zo’n fase.’ Deze gezamenlijke voorbereiding vormt de basis voor verdere groei in efficiëntie, in samenwerking én in resultaat.
Het werk aan de A7 is onderdeel van groot onderhoud aan verschillende snelwegen in Noord-Nederland. In totaal gaat bij de A7 om 34 kilometer snelweg, verdeeld over zes delen. ‘Twee daarvan voeren we uit in het weekend. Dan heb je even geen verkeer en moet je op de tijd letten,’ zegt Cees. Hij draait al 46 jaar mee bij KWS en weet hoe bepalend die eerste uren zijn. ‘Als je op vrijdagavond al vertraging oploopt, dan heb je het hele weekend een probleem.’ Wouter knikt: ‘Op zo’n weekenddag zijn we met zo’n tachtig man aan het werk. Er wordt gesloopt, gefreesd, gebouwd. En ondertussen moet het asfalt op tijd komen en het liefst ook op de juiste plek. Het is een ingewikkelde puzzel.’
Snelwegprojecten brengen eigen uitdagingen met zich mee. Alles moet tot in de puntjes kloppen: de planning, de veiligheid, de logistiek én het asfalt. En dat allemaal in een strak tijdsbestek, terwijl het verkeer het liefst zo min mogelijk merkt van het werk. Voor KWS is dit niet zomaar een project, maar de kans om structureel verder te groeien in werk op de snelweg. Hoofduitvoerder Cees van Oorschot en projectleider Wouter van Hekezen werken samen met Rijkswaterstaat aan het grootschalige onderhoud van de A7 en A31 in het noorden van Nederland en nemen ons mee achter de schermen. ‘Hier speel je op het hoogste niveau.’
‘Ik ga nog steeds fluitend naar mijn werk’
Na maar liefst 46 jaar gaat Cees deze maand met pensioen. Hij heeft een indrukwekkende loopbaan achter de rug waarin hij het vak met hart en ziel heeft uitgeoefend. ‘Ik ga nog steeds fluitend naar mijn werk,’ vertelt hij nuchter. ‘Ik heb blauw bloed, zoals we hier zeggen.’
Het begon in de jaren zeventig, twintig augustus 1979 om precies te zijn, bij KWS Midden waar Cees als meethulp aan de slag ging. Onder de vleugels van Rinke Dijkstra leerde hij het vak. ‘Hij was een fenomeen in de asfaltwereld. Als je vijf jaar bij hem kon werken, kon je het overal.’ Vervolgens maakte Cees de overstap naar KWS Sport, waar hij vanaf 1984 werkte aan atletiekbanen en sportvelden in binnen- én buitenland. ‘Elf jaar heb ik de wereld rondgereisd: Hongkong, Amerika, Saoedi-Arabië, Frankrijk, Engeland. Wat er echt uitspringt zijn de zeven maanden op Aruba, waar ik samen met een voorman en zijn toenmalige vriendin een complete atletiekbaan en voetbalveld heb gebouwd,’ vertelt Cees trots. ‘Maar ook op Gibraltar heb ik bij elkaar wel vier jaar gewerkt, daar heb ik onder andere een atletiekbaan gebouwd met een asfaltset die we over lieten komen uit Nederland. Die was in totaal tien dagen onderweg, waarvan zes draaidagen in Gibraltar. Echt een geweldige tijd.’
In 1994 keerde hij terug naar de wegenbouw in Drenthe, later actief in de divisie Zwolle-Leek. In die jaren zag hij vestigingen komen en gaan, maar zijn passie bleef onveranderd. ‘We noemen asfalt altijd het zwarte goud, daar ben ik mee begonnen en daar sluit ik ook mee af.’ Wat hij het meest gaat missen? ‘De omgang met mensen. Iedereen kijkt anders naar het werk, dat levert mooie gesprekken op. Elk werk is anders, juist omdat het team altijd verandert.’
De toekomst lacht hem toe. ‘Mijn oude racefiets gaat van de muur, die heb ik twaalf jaar geleden opgehangen. Er mag wat olie door de ketting, maar hij doet het nog prima. Ik heb ook nog twee jonge kinderen van tien en elf, dus ik heb straks genoeg te doen!’
Cees neemt afscheid na 46 jaar KWS